Les 3: Franciscus van Assisi

 

Franciscus van Assisi


FRANCISCUS, EEN GROOT MAN,

 

Achthonderd jaar geleden heeft hij geleefd, maar nog steeds is zijn naam bij ons bekend.

Franciscus of heel gewoon Frans.

Hij was de zoon van een rijk lakenkoopman en hij woonde in Assisi in het noorden van Italië. Franciscus had dus heel veel geld, dat hij gekregen had van zijn vader, en hij vierde elke dag feest met heel veel vrienden. Zijn paard en zijn gitaar lieten hem nooit in de steek.

Zijn vader droomde dat Frans later zijn zaak zou overnemen. Zijn moeder droomde dat Frans ooit priester zou worden of zoiets. Maar Frans leefde zijn vrolijke leventje en dacht niet aan later.

Tot hij op een goede dag van een feest naar huis reed en onderweg een man zag liggen die melaats was. In een grote boog reed hij er om heen. Hij was bang dat hij besmet zou worden en reed in volle vaart naar huis.

Onderweg dacht hij: wat ben ik eigenlijk een grote oen! Ligt daar een man die zwaar ziek is en ik rijd door zonder iets te doen! Wat laf eigenlijk! Kan die man er iets aan doen dat hij zo ziek is?

Als ik zelf zo langs de weg zou liggen en iemand te paard reed me voorbij, wat zou ik dan denken?

Frans reed terug, kwam bij de zieke, stapte af, kuste en verzorgde hem en bracht hem op zijn paard naar huis. Daar gaf hij hem een bed, eten en drinken en bleef hem verzorgen.

Van die dag af begon hij anders te leven, kreeg hij aandacht voor zieke en arme mensen.

Franciscus ging naar Rome om het graf van Petrus te bezoeken, net als vele andere pelgrims. Toen hij de kerk uitkwam zag hij op de trappen van de kerk veel arme bedelaars, die om geld vroegen. Franciscus zocht de armste uit en maakte met hem een afspraak: de bedelaar mocht één dag in de rijke kleren rondlopen en Franciscus trok de vodden van de bedelaar aan.

De hele dag gedroeg hij zich als een bedelaar. Hij hield zijn hand op als er mensen voorbij kwamen: “een aalmoes alstublieft “

Na een volle dag begreep Frans wat het wilde zeggen om arm te zijn.

“Frans, Frans, “riepen zijn vroegere vrienden: waarom doe je dat toch? “Gewoon omdat ik het fijn vind “zei Fransciscus. Dan ben jij de eerste die dat fijn vindt!! “Dat had je gedacht”,  zei Frans. “Ik ken iemand die nog geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen en die man heeft eens gezegd: als je echt gelukkig wilt zijn, verkoop dan alles wat je bezit, en geef het aan de armen en volg Mij. Dat heb ik gedaan. Het bevalt me best om zo te leven net als Jezus deed.

Zijn vader was in alle staten, want Franciscus hielp niet alleen zieken en armen, maar hij ging zelf ook arm leven. Zijn dure kleren had hij weggedaan en een jutte zak aangetrokken. Zijn huis had hij verlaten en zelf een klein huisje gebouwd om er arm te leven.

Er kwamen mensen die net als hij wilde leven. Die al hun geld weggaven, ook een huisje bouwden vlak bij het huis van Franciscus en daar gingen wonen. Het werd een soort klooster. Allemaal mensen die wilden leven in de geest van Franciscus.